Beleggen voor studenten: verstandig?

Ben je student en overweeg je het om te beginnen met beleggen? Gefeliciteerd, je loopt al een flinke stap voor op de rest van de samenleving. Wanneer je begint met beleggen als student, weet je zeker dat je genoeg tijd hebt om je leven lang winst te vergaren! En laat ’tijd’ nou 1 van de belangrijkste factoren zijn als het gaat om succesvol beleggen. Er wordt nog wel eens gedacht dat je een flink kapitaal moet hebben vergaard om te beginnen met beleggen. Hier is echter maar weinig van waar. Ook met een kleine inleg van slechts een paar tientjes kan je de beurs op. In dit artikel lees je alles over beleggen voor studenten, zodat jij straks beschikt over een goede basis.

Wat is beleggen eigenlijk?

We kunnen het eindeloos hebben over beleggen, maar wat is beleggen nou eigenlijk? Een beknopte definitie luidt als volgt: beleggen is het investeren van geld met de verwachting dat de investering in de toekomst in waarde zal toenemen. Met andere woorden, je legt geldt in met als doel het behalen van financieel voordeel.

Wellicht voelt het nog wat abstract aan. Want waar gaat je geld dan naartoe? Het geld stop in je in 1 of meerdere beleggingsproducten, bijvoorbeeld in aandelen. Door aandelen te kopen, schaf je als het ware een klein deeltje van een bepaald bedrijf aan. Als het bedrijf uiteindelijk meer waard wordt, wordt jouw aandeel ook meer waard. Door te speculeren op de toekomst van de maatschappij en specifieke bedrijven, kun je profiteren van de groei die de wereld meemaakt. Er zijn natuurlijk wel meer beleggingsproducten dan slechts aandelen, deze komen later aan bod.

Wat is beleggen vooral NIET?

Om het toch even duidelijk te hebben: beleggen is geen gokken. Speculeren is namelijk heel wat anders dan gokken. Een speculatie baseer je op vaststaande feiten. Wanneer je beleggen goed aanpakt, is het niet lastig om op termijn winstgevend te zijn. Er is dus niet zo iets als een 50/50 kans. Wel, dient gezegd te worden, kan je altijd je inleg verliezen. Beleggen brengt immers risico’s met zich mee. Het is aan jou zelf om verstandige stappen te zetten bij het beleggen. Als je zomaar wat doet, dan wordt beleggen natuurlijk wel gokken.

Hoeveel risico je verbindt aan het beleggen, heb je zelf in de hand. Handel je in risicovolle beleggingsproducten (bijv. in Forex of CFD’s), dan loop je veel meer risico dan iemand die handelt in stabiele beleggingsproducten (zoals ETF’s of obligaties). Het risico minimaliseren tot nul is echter praktisch onmogelijk.

Waarom je als student een voorsprong hebt

Wellicht heb je het gevoel dat je altijd nog wel kunt beginnen met beleggen. En dat is natuurlijk ook zo. Sterker nog: heel veel mensen beginnen überhaupt nooit met beleggen. Wanneer je echter wél begint met beleggen, en je begint als student, heb je 1 heel groot voordeel in handen. Dit voordeel is namelijk tijd. Het volgende voorbeeld drukt duidelijk uit waarom beleggen voor studenten interessant is:

• Laura begint met beleggen op haar 18de levensjaar. Ze legt tot haar 60ste levensjaar maandelijks een bedrag van €250,- in. Met een gemiddeld (realistisch) rendement van 7% per jaar, heeft Laura op haar 60ste zo’n €691.896,72 verdient!
• Maarten daarentegen, begint met beleggen op zijn 40ste levensjaar. Dit doet hij ook tot zijn 60ste met een maandelijkse inleg van €250,-. Met een gemiddeld rendement van 7% per jaar, heeft Maarten op zijn 60ste ‘slechts’ €122.986 vergaard. Dit klinkt wellicht veel, maar als Maarten op zijn 60ste stopt met werken en daarna jaarlijks €20.000 uitgeeft, is hij op zijn 67ste alweer failliet.

Waarom verdient Laura zo veel meer dan Maarten met beleggen? Dit is de werking van de factor tijd. Door de tijd heen, maak je namelijk optimaal gebruik van het rente-op-rente effect.

Compound interest (rente-op-rente)

Het rente-op-rente effect wordt ook wel compound interest of samengestelde rente genoemd. Compound interest is je grootste vriend als het gaat om vroeg beginnen met beleggen. Het zit namelijk zo: rendement wordt niet alleen berekend over je startbedrag, maar ook over reeds bijgeschreven rendement. Laat dat even bezinken. Een kort maar krachtig voorbeeld: als je in jaar 1 precies €100 euro inzet en hier behaal je 7% rendement over. Dan heb je na jaar 1 precies €107,-. In jaar 2 haal je weer 7% rendement, alleen dit jaar over die €107,-. Het bedrag dat je als rendement ontvangt in jaar 2 is dus hoger dan in jaar 1. Zo gaat dit eindeloos door, waardoor het rendement over steeds een hoger bedrag wordt berekend. Gevolg is dus een steeds hoger rendement, ook al blijft je startbedrag gelijk.

Hogere wiskunde? Ja en nee. Het is wiskunde, maar niet ‘hogere wiskunde’. Albert Einstein was ooit gefascineerd met het principe van compound interest, hij noemde het zelfs het achtste wereldwonder. In de wiskunde wordt compound interest ook wel exponentiële groei genoemd. De exponentiële groei is veel krachtiger dan de lineaire (normale) groei. Hier profiteer je optimaal van, door zo lang mogelijk te beleggen. Zo pers je het principe van compound interest helemaal uit. Dit maakt beleggen voor studenten erg interessant. Compound interest berekenen voor jezelf? Dat kan met de handige rekentool van Student Financial.

Verschillende soorten beleggingsproducten

In welke beleggingsproducten dien je als student te beleggen? Wacht… Wat zijn beleggingsproducten eigenlijk? Beleggingsproducten zijn financiële instrumenten die verhandelbaar zijn op de markt. Door beleggingsproducten aan te kopen, verwacht (en hoop) je te profiteren van koersstijgingen. Hieronder vind je een aantal populaire beleggingsproducten die op dagelijkse basis veelvuldig worden verhandeld.

1. Aandelen

Aandelen vormen de meest bekende beleggingsproduct op de markt. Zonder aandelen zouden heel veel (grote) bedrijven niet kunnen functioneren. Aandelen zorgen er namelijk voor dat bedrijven kunnen worden gefinancierd en dat ze genoeg geld hebben om hun werkzaamheden uit te voeren. Aandelen van bedrijven die beursgenoteerd zijn, kunnen worden gekocht en verkocht door iedereen. Waarom je aandelen zou kopen? Als het bedrijf zich in de goede richting ontwikkelt, zal het meer waard worden. De aandelen worden dan ook meer waard. Wanneer je je aandelen in een bedrijf verkoopt tegen een hogere prijs dan je ze hebt gekocht, heb je winst gemaakt. Daarnaast ontvang je bij veel aandelen ook een vast percentage dividend, dit is een winstuitkering van de bedrijven naar aandeelhouders toe. Aandelen kunnen in prijs verschillen van enkele euro’s tot enkele duizenden euro’s.

Pro tip: als een aandeel duurder is, betekent dit niet per definitie dat het bedrijf meer waard is. Een bedrijf kan namelijk zelf kiezen in hoeveel deeltjes ze hun aandelenkapitaal opdelen. Een bedrijf met een hogere prijs per aandeel, heeft zijn aandelenkapitaal waarschijnlijk in minder stukjes opgedeeld dan een bedrijf met een lagere prijs per aandeel.

In onderstaande video van het Amerikaanse TED-Ed wordt een treffende uitleg gegeven over de werking en het verleden van aandelen.

 

2. ETF’s (mandjes van aandelen)

ETF staat voor Exchange Traded Fund. Een ETF kan je zien als een mandje met aandelen die allemaal wat met elkaar gemeen hebben. In een ETF zitten tientallen tot duizenden aandelen. Van deze aandelen wordt het gewogen gemiddelde genomen en dit leidt uiteindelijk tot een koershoogte (prijs). Door een ETF aan te schaffen beleg je met een vrij geringe inleg in ontzettend veel verschillende aandelen in 1 keer. Het voordeel van ETF’s? Je hebt een zeer ruime risicospreiding, omdat je je niet focust op slechts één aandeel. Je hoeft zelf niet een beleggingsportefeuille samen te stellen, omdat ETF’s meestal al een zeer ruime dekking hebben. ETF’s zitten dus aan de veiligere kant van het spectrum als het gaat om beleggen. Desalniettemin kunnen ook ETF’s flink zakken. Risicoloos is beleggen dus nooit.

Er bestaan veel ETF’s die zich allemaal focussen op een bepaald type aandeel. Zo heb je ETF’s die indices (meervoud van index) van landen volgen. Een bekende in dit verband is bijvoorbeeld de Vanguard S&P 500 UCITS ETF. Deze volgt de Amerikaanse Standard & Poors 500, hierin zitten de 500 grootste bedrijven uit de Verenigde Staten. Een andere zeer bekende ETF is de Vanguard FTSE All-World UCITS ETF; deze volgt de grootste bedrijven wereldwijd. Naast dergelijke grote ETF’s is het ook mogelijk om te beleggen in ETF’s die opkomende markten (emerging markets) centraal hebben staan of ETF’s die zich focussen op een uiterst specifieke sector. Denk in dit verband bijvoorbeeld aan de iShares Healthcare Innovation UCITS ETF.

Pro tip: wanneer je ETF’s aanschaft is het verstandig om na te gaan wat de samenstelling van deze ETF’s precies is. Sommige ETF’s hebben bijvoorbeeld een wereldwijde dekking, maar kennen voor alsnog voor een groot deel slechts Amerikaanse aandelen. Dit is in het kader van risicospreiding niet altijd even wenselijk. Pas ook op met het aanschaffen van meerdere ETF’s. Het is namelijk niet uit te sluiten dat ETF’s elkaar overlappen. Zo zullen Vanguard All-World en Vanguard S&P 500 elkaar wél overlappen.

3. CFD’s (derivaten)

Derivaten zijn beleggingsproducten die worden gebaseerd op een onderliggend instrument. CFD’s zijn de meest bekende soort derivaten. CFD staat voor contract for difference. Wanneer je een CFD positie opent, sluit je als het ware een contract dat je recht geeft op het prijsverschil tussen de prijs bij aankoop en de prijs bij verkoop. Omdat CFD’s derivaten zijn, heb je het onderliggende instrument nooit in bezit gehad. Om het maar direct te zeggen: derivaten en dus CFD’s zijn zeer risicovolle beleggingsproducten, je kunt al je inleg binnen no-time verliezen.

Om het iets tastbaarder te maken: je kunt aandelen kopen in Apple, maar je kunt ook CFD’s kopen die zijn gebaseerd op aandelen van Apple. Deze CFD’s zullen dezelfde koers hebben als de daadwerkelijke aandelen, alleen bij CFD’s krijg je de aandelen niet daadwerkelijk in bezit. Je sluit slechts een contract tot recht op het prijsverschil. Wat is dan het nut van CFD’s? Dan kan je toch beter daadwerkelijke instrumenten aanschaffen? Het zit zo: CFD’s zijn hefboomproducten. Dit houdt in dat je met veel meer geld kan handelen dan je daadwerkelijk inzet, zo kan je in potentie veel hogere winsten (of juist verliezen) maken. Wanneer je bijvoorbeeld €50,- inlegt met een hefboom van 10x, dan fungeert die €50,- als €500,-. Je zult dan winst (of verlies) maken alsof je handelt met €500,-. Je daadwerkelijke inleg wordt de marge genoemd. De hefboom maakt het mogelijk om ook kleine koersverschillen mee te pakken.

4. Cryptocurrencies

Cryptocurrencies zijn vrij nieuw op de markt. Crypto’s zijn versleutelde decentrale digitale valuta, die niet tastbaar zijn. Mede door het verminderde vertrouwen in overheden en grote banken na de kredietcrisis van 2008, hebben cryptocurrencies terrein gewonnen. Er bestaan ontzettend veel verschillende (nieuwe) cryptocurrencies die allemaal een ander team en een andere visie hebben. De bekendste cryptocurrencies van het moment zijn Bitcoin, Ethereum, Ripple (XRP), Binance Coin en Chainlink. Dit is echter maar een uiterst beperkte selectie; de mogelijkheden op de cryptomarkt zijn eindeloos.

Het leuke aan veel nieuwe cryptocurrencies is dat je vaak voor enkele centen al kunt instappen, omdat ze nog maar een zeer lage waarde kennen. Bitcoin (BTC) is echter wel het schoolvoorbeeld van het feit dat cryptocurrencies ontzettend snel in waarde kunnen stijgen. Het omgekeerde is echter ook de realiteit. Omdat cryptocurrencies niet worden gereguleerd en omdat steeds meer mensen geïnteresseerd in ze raken, zijn de koersen vrij gevoelig. Het is dus belangrijk om je te realiseren dat ook het handelen in cryptocurrencies risico’s met zich meebrengt, maar interessant is het in ieder geval!

De voor- en nadelen van beleggen als student